Bescherming tegen de kou
In de Middeleeuwen was het Kerst het einde van de vastentijd, die op 11 november was begonnen. Dit werd met voedzame oliekoeken gevierd. De vette oliekoeken bevatten veel calorieën. Door het eten van de koeken beschermden mensen zich direct tegen de kou. Daarnaast werden oliekoeken gegeten in tijden van oorlog. Voedzaam eten, zoals groenten en fruit, kon men niet lang bewaren. Men zorgde ervoor dat er voldoende meel en raapolie op voorraad lag. Zodra het ‘normale’ eten op was, ging men over op het eten van oliekoeken.
Traktatie voor de armen
Aan het eind van de Middeleeuwen werden oliekoeken aan de armen gegeven. Mensen die de rijken een goed nieuwjaar wensten kregen een oliekoek. Daar werd ook veel misbruik van gemaakt. Ook onbekenden van de rijken kwamen om een gelukkig nieuwjaar te wensen.
‘Echte’ oliebol
De ‘echte’ oliebol ontstaan in Nederland in de zeventiende eeuw. De welvaart werd steeds beter. Kooplieden konden door de welvaart goede olie kopen. Deze olie maakte het mogelijk om het meel tot een bol te kneden.
Oud en nieuw lekkernij
Pas in de negentiende eeuw werd de oliebol een traditioneel oud en nieuw lekkernij. Sindsdien heeft het de functie van voedzaam eten en dient het als een traktatie om het oude jaar af te sluiten en het nieuwe jaar in te luiden.